Lokaal eigendom en omgevingspakket – notitie voor Gemeente A’dam

Op 11 juli hebben de coöperaties een notitie gestuurd naar Burgemeester en Wethouders van Amsterdam over de financiële organisatie van het project Noorder IJplas. In de notitie Lokaal eigendom en  financiële participatie geven zij inzicht in hoe de coöperaties de windmolens gaan betalen – deels met geld van hun eigen leden. En wat zij met de opbrengsten gaan doen: die komen deels ten goede aan de omgeving.

Participaties, omgevingsfonds, deze begrippen zijn onderdeel geweest van de gesprekken tijdens de omgevingsberaden, informatieavonden en in gesprekken met bewoners en gebruikers van het Noorder IJplas gebied. Maar wat betekenen zij concreet? De notitie geeft duiding.

Hoe is de samenwerking georganiseerd?

In de Notitie zetten de coöperaties alles op een rij. Om te beginnen: wie zij zijn, wat Amsterdam Wind en Windontwikkeling Amsterdam Noord bv (WOAN) zijn. En hoe zij zich hebben georganiseerd. Om als coöperaties samen te werken met elkaar én afspraken te maken met anderen, is een gezamenlijke organisatie nodig. Hiervoor hebben zij Wind Ontwikkeling Amsterdam Noord bv (WOAN) opgericht. WOAN wordt geleid door de stuurgroep waarin elke coöperatie vertegenwoordigd is. Voor de uitvoering hebben de coöperaties een projectteam aangesteld.

Om te zorgen dat de coöperatieve windturbines ook echt coöperatief eigendom blijven, is in de statuten van WOAN vastgelegd dat de aandelen niet kunnen worden verkocht aan andere partijen dan coöperaties. Verder geldt dat als een van de coöperaties zich bijvoorbeeld uit het project moet terugtrekken, de anderen de aandelen kunnen overnemen. Wanneer een andere coöperatie zich wil aansluiten, kan dat slechts nadat de Gemeente Amsterdam dit ook heeft goedgekeurd. Een derde partij kan dus niet zomaar een belang in de windturbines nemen.

De leden van de coöperaties

Binnen de coöperaties is sprake van het principe dat elk lid één stem heeft en dat iedereen volgens dit principe kan meebeslissen over de koers van de coöperatie. Leden kunnen op enig moment ook financieel participeren in het project. Op dit moment gaat het om risicovolle participaties, het is namelijk nog niet zeker of het het project doorgaat. Als eenmaal duidelijk is dat de windturbines er echt gaan komen is het deelnemersrisico lager geworden. Dit is het moment waarop de windturbines besteld en gebouwd gaan worden en daardoor het meeste geld nodig is. Op dat moment kunnen leden van de coöperaties eigen geld inbrengen door te lenen aan een van de coöperaties. Bewoners die het dichtst bij wonen kunnen met een obligatie mee doen. Zij hoeven geen lid te worden van een van de coöperaties, maar dit kan natuurlijk wel.

De opbrengsten

De opbrengsten van de stroom worden gebruikt om de aangegane financiële verplichtingen van te betalen. Zoals rente op de banklening en natuurlijk ook de leningen van de leden en obligaties die omwonden hebben verstrekt. Een deel van de opbrengst van de windturbines komt daarnaast ten goede aan de omwonenden en de omgeving. Dit wordt ingezet in het gebied door bijvoorbeeld de aanwezige natuur en recreatie te versterken. Maar ook voor het beperken van overlast. Dit geldt vooral voor de bewoners van de Zijkanaal H-weg, voor hen worden de windmolens stilgezet zodat er geen slagschaduw ontstaat en worden desgewenst bomen en struiken geplant zodat de overlast vermindert. Hiernaast wordt er een omgevingsfonds opgericht. Jaarlijks wordt een deel van de opbrengst in het omgevingsfonds gestort, dat ten goede komt aan de buurt. Over de nadere uitwerking moeten nog besluiten vallen. Maar duidelijk is, dat het de bewoners zijn die het fonds beheren, niet de gemeente of de coöperaties.

Lees de notitie hier: Notitie Lokaal eigendom en Omgevingspakket.